zaterdag 28 november 2015

Voeg Eerste en Tweede Kamer samen


Laten we er geen doekjes om winden. De Eerste Kamer is pure politiek geworden en heeft niets meer te maken met  kwaliteitsbewaking van wetgeving. Door het politiek verspinterde krachtenveld zal de Eerste Kamer zich meer ontpoppen als de ‘tweede poltieke horde’ die elk wetvoorstel moet nemen nadat het in de Tweede Kamer is aangenomen. Sommige senatoren   roepen op tot bezinning, maar wie meent dat de ‘wijze’ senatoren na deze bezinning zichzelf voortaan zullen beperken tot kwaliteitsbewaking houdt zichzelf voor de gek.


Tijd voor een nieuw binnenlands bestuur: als ze toch ‘hetzelfde’ doen, laten we dan de Eerste en Tweede Kamer samenvoegen. DeTweede Kamer blijft 150 zetels groot waarvan slechts 75 zetels voor direct gekozen volksvertegenwoordigers zijn. De andere helft zijn direct gekozen districtsvertegenwoordigers.  Alle vertegenwoordigers dienen de kwaliteit van wetgeving mede in de politieke afweging mee te nemen.  Het lijkt een beetje op het voorstel voor wijziging van het kiesstelsel van oud-minister Thom de Graaf uit 2005. Met dit verschil dat we de Eerste Kamer opheffen en we niet 25 regio’s (zoals het voorstel van Thom de Graaf) maar de 5 superprovincies van Plasterk als district aanwijzen. Maar daarmee is het model niet af: De volksvertegenwoordiging van de 5 superprovincies wordt op dezelfde wijze gekozen: 30 zetels direct, 30 zetels via districtsvertegenwoordigers. In dit geval zijn de distrcten de 150 overgebleven 100000+ gemeenten. Een districtsvertegenwoordiging  versterkt  de band tussen gemeente en provincie, en tussen provincie en rijk. Maar dat heeft weinig toegevoegde waarde als de districten zelf niet identiteitsrijker en zelfstandiger worden. Daarom moet er een direct gekozen burgermeester en commissaris van de koningin komen en dienen de financiele middelen anders verdeeld te worden: De provincies en de gemeenten behoren een veel groter eigen belastinggebied te krijgen, gemeente- en provinciefonds dienen  te worden samengevoegd en getrapt verdeeld te worden: eerst over de provincies, en daarna verdelen de provincies het gemeentegeld over de inliggende gemeenten  (ook niet nieuw: het oude OOR model).


Dit model biedt een effectief bestuur met voldoende checks and balances. Het kan iedereen blij maken. De VVD is blij want minder politici. De PvdA is blij want Het kabinet is blij want ze hoeft maar een keer  ‘een politieke strijd’ te voeren. De samenleving blij omdat de wetgeving wordt zorgvuldiger de de ‘lokale politiek krijgt wat meer gezicht.  Maar helaas er zijn ook niet-blije gezichten: de zittende politici, burgermeesters, en senatoren, want hun baantjes verdwijnen. Aangezien zij de ‘beslissers’ zijn, is wijziging van binnnenlands bestuur praktisch onmogelijk, zoals Plasterk nog zal merken. Misschien dat een overall visie zoals het bovenstaande hem kan helpen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten