dinsdag 26 januari 2016

Wir schaffen das, aber wie?

De eerste reactie op de vluchtelingenstroom die in 2015 naar Europa op gang kwam, was verlamming en ongeloof, gevolgd door twee heel tegengestelde emoties: angst en hartelijkheid. Het ‘volk’ vreesde de nieuwkomers, de ‘elite’ verwelkomde de asielzoekers onbezorgd. Op Europees niveau zorgden nationale emoties er voor, dat een Europese aanpak onmogelijk was. De groeiende spanning tussen lidstaat en Europa versterkte de polarisatie nog verder. Landen die wel opvingen, bleken nauwelijks voorbereid. Er werd noodopvang op noodopvang gestapeld. Merkels ‘Wir schaffen das’ en de nieuwsjaarsnacht van Keulen is nieuwe olie op het emotionele vuur. In deze tijd van heftige emoties ontbreekt node een visie, een plan, een verhaal. Waarom is er nog geen politieke visie? Waarom is er nog geen groot verhaal? Onze bestuurders lijken verschrikte hazen die in het licht van een aanstormende auto kijken. Ze weigeren vooruit te denken. Niemand lijkt een perspectief voor de toekomst te hebben. Als de politiek ideeel failliet is, is chaos en anarchie ons voorland. Met een verhaal, hoe onwaarschijnlijk ook, kunnen emoties worden getemperd en kan polarisatie worden gekeerd. Als voorschot zal ik u een onwaarschijnlijk plan voorleggen, ambitieus, gericht op de wereld als geheel, dat tegelijkertijd de veiligheid en stabiliteit van onze Europese samenlevingen garandeert en vluchtelingen een helpende hand biedt.

Laat ik beginnen met een eerlijk verhaal over de vluchtelingen van vandaag. Het is vervelend om te zeggen, maar wij (het rijke westen) zijn onderdeel van het probleem. We staren ons blind op culturele verschillen, maar de kern van de zaak is doodnormale economie. De wereld is door de economische en technologische globalisering meer één is geworden maar ook instabieler. Hoewel de welvaart globaal toeneemt, stijgen de verschillen in rijkdom nog sneller, binnen landen en tussen landen. Deze verschillen veroorzaken corruptie, criminaliteit, chaos, anarchie en oorlog. Staten blijken niet in staat tot correctief beleid en worden falende staten. Burgeroorlogen zijn het gevolg. En vluchtelingen zijn er een direct gevolg van. De vluchteling zal in de toekomst een alledaags fenomeen worden, want er zijn weinig zicht op een toename van globale stabiliteit. Maar de vluchteling van nu is in tegenstelling tot het verleden veel mondiger en mobieler. Ze gaan actief op zoek naar een beter leven.

Europa en de VS, maar ook bijvoorbeeld de grote steden overal in de wereld, zijn de grote attractors in deze instabiele wereld. Ik concentreer me hier verder op Europa. De grenzen sluiten voor de vluchtelingen – ‘het moet naar 0’ (Rutte) -  is struisvogelpolitiek. Het bouwen van een ‘fort Europa’ zal de instabiliteit in de wereld eerder vergroten dan verkleinen. Het is slechts een kwestie van tijd totdat het fort ‘valt’, maar dan is er niets meer ‘bij te sturen’. Maar ieder zinnig denkend mens weet ook dat we niet onbeperkt mensen kunnen toelaten. Elk schip zinkt als het onbeperkt mensen aan boord neemt. De oplossing ligt in het midden én in een nieuwe kijk op het vluchtelingenprobleem. Maak de vluchteling een deel van de oplossing. Uitgangspunt moet zijn dat de vluchteling van nu de ‘wederopbouwer’ van morgen is. De vluchteling krijgt een verblijfstatus voor 5 jaar. Na 5 jaar, als de situatie is verbeterd, keert de vluchteling terug naar het land van herkomst, om het weer op te bouwen. Om terugkeer mogelijk te maken zullen we fors moeten investeren in de vluchteling want een fatsoenlijk bestaan, werk, inkomen en onderdak is voorwaarde voor integratie maar nog méér een voorwaarde voor een succesvolle terugkeer. Tegelijkertijd krijgt de internationale gemeenschap de ‘opdracht’ om met alle middelen de conflicten op te lossen.  Er mogen geen taboes meer zijn: het land opsplitsen, de partijen scheiden of isoleren en de orde onder VN toezicht herstellen, ja zelfs nieuwe staten kunnen een deel van de oplossing zijn. Als de IS slavernij en geweld afzweert is een eigen staat een optie. Slaagt de internationale gemeenschap niet binnen 5 jaar een oplossing te vinden, dan kunnen vluchtelingen na 5 jaar een permanente verblijfstatus krijgen in de landen van opvang.

Wil deze visie enig kans van slagen maken dan moeten er drie fundamentele Europese beleidswijzingen worden doorgevoerd. Ten eerste, een nieuwe vluchtelingenstatus. Het huidige vluchtelingenprobleem kan alleen Europees opgelost worden, en dat betekent ook dat vluchtelingen voortaan direct onder Europa moeten vallen. Er is een Europese vluchtelingenstatus nodig. Vluchtelingen van buiten Europa worden in principe opgevangen door Europa, en niet door de lidstaten. De lidstaten zijn weliswaar de uitvoerders, maar Europa draagt de eindverantwoordelijkheid, de kosten en de baten. De vluchtelingen die niet terug kunnen keren, krijgen na 5 jaar de Europese nationaliteit, en niet de nationaliteit van het opvangland. Dit is een eerste stap naar een structurele hervorming van de EU. In mijn visie zal de EU op termijn worden omgevormd worden naar een staat met eigen burgers, een eigen sociale zekerheid-, arbeidsmarkt- en belastingstelsel. Ook alle burgers van de huidige lidstaten moeten de keuze geboden worden hun nationaliteit voor een Europese nationaliteit te verruilen. Bij voldoende Europese burgers wordt de voorzitter van de EU voortaan rechtstreeks door hen gekozen.

Europa zal onderhandelen met de opvanglanden die de daadwerkelijke fysieke voorzieningen hebben, over eerste opvang en huisvesting van de vluchtelingen. Met Nederland zou ingestoken kunnen worden op een structurele voorziening voor 40000 instromers en (later ook) uitstromers per jaar. Nederland zal leegstaande woningen, winkels en kantoren moeten ombouwen tot woningen voor Europese statushouders. De eenmalige kosten worden door Nederland gedragen (2 miljard), de structurele kosten door Europa ( 1 miljard per jaar).

Ten tweede, er komt een Europees basisinkomen voor vluchtelingen, een minimum dat bed, bad en brood garandeert. Kosten 5 miljard per jaar. Dit basisinkomen is nauw verbonden met het allerbelangrijkste: werk. Hiervoor zal Europa een radicaal nieuw werkgelegenheidsbeleid moeten opzetten. De Nederlandse/Europese arbeidsmarkt is zeer slecht voor mensen met een ‘afstand tot de arbeidsmarkt’. De arbeidsmarkt is een gespleten vechtmarkt geworden: vast versus flexibel; betaald versus on(der)betaald; jong versus oud. 40 % van de 55plussers in Nederland is langdurig werkeloos. Het aantal verliezers groeit snel. De ICT doet er nog een schepje bovenop. De ICT vernietigt en ‘downgrades’ werkgelegenheid in veel traditionele sectoren. Groei door innovatie, vooral digitale innovatie, heeft, globaal gezien, een negatief werkgelegenheidssaldo. Anders gezegd, groei door technologische vernieuwing schept op wereldschaal geen werkgelegenheid, ze vernietigd juist werkgelegenheid. Om in deze arbeidsmarkt grote aantallen vluchtelingen te laten instromen is vragen om ernstige sociale onrust. Daarom is een koerswijziging nodig, en zal er vol op herverdeling van werk moeten worden ingezet. Werkenden zullen arbeidstijd moeten inleveren ten gunste van alle werklozen. De huidige maatregelen, omscholing, sollicitatietraining, verplicht vrijwilligerswerk, etc. etc. dragen allemaal nauwelijks bij aan herverdeling maar wel aan de stigmatisering van de werkloze. We zullen onze pijlen moeten richten op de economie en het bedrijfsleven zelf. Maar de bestaande middelen, arbeidsquota en loonkostensubsidies zijn ad hoc en ineffectief. We hebben een compleet nieuw instrument nodig: een fiscale hevel zal de consumptie-economie moeten omturnen naar een participatie-economie.  

Die hevel die ik voorstel bestaat uit twee delen: er komt nieuwe Europese belasting voor bedrijven in Europa, een profielbelasting per bedrijfssector (bijv. 0,5% Europese BTW-opslag, en/of een belasting op grondstoffenverbruik). Heeft een bedrijf Europese burgers in dienst die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben ontvangen ze een aftrekpost ter grootte van het Europese basisinkomen (=basisloon).  De Europese overheid betaalt dus het basisloon voor Europese burgers. De opbrengst van de profielbelasting moeten de kosten van basisinkomen/basisloon en de structurele kosten van opvang dekken. Deze hevel (belasting op kapitaal en milieu en aftrek van arbeidskosten) zorgt er voor groei van de arbeidsparticipatie en tegelijkertijd een verduurzaming van de economie. Herverdeling kan versterkt worden door het basisinkomen/basisloon te koppelen aan de uitgifte van gelijke (verhandelbare) arbeidstijdrechten. Arbeidstijd wordt gelijk verdeeld. Europese landen die niet willen bijdragen aan de opvang van vluchteling dragen via de Europese belasting op hun bedrijfsleven bij aan het dekken van de kosten van opvang. Bedrijven die veel doen aan arbeidsparticipatie voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt betalen daarentegen relatief weinig belasting of ontvangen zelfs geld terug.

Tot slot, de invoeringskosten zullen niet gering zijn. De kosten voor herverdeling van werk, scholing, huisvesting en inkomen voor nieuwe vluchtelingen en oude werklozen alsmede de retourkosten van vluchtelingen zijn goed beschouwd, een zeer rendabele investering omdat het op lange termijn de stabiliteit in de wereld vergroot, maar op korte termijn schept het een groot financieel probleem. Wie gaat dit betalen? Nog meer bezuinigen en snijden in voorzieningen, is onmogelijk omdat dit grote sociale spanningen zal opleveren aan de onderkant van de samenleving. De kosten voor hervorming zullen moeten worden gedragen door de ‘rijken’ in de vorm van een Europese progressieve vermogensgroeibelasting voor particulieren. Naarmate je rijker bent zal het rendement van kapitaal minder worden, waarmee nieuwe arbeidsparticipatie wordt gegenereerd. Net als bij de profielbelasting voor bedrijven verschuiven we de belastingdruk van arbeid naar kapitaal. Deze ‘solidariteitsoperatie’ is tegelijkertijd een correctie op de doorgeschoten vermogensverschillen. Het terugdringen van de ongelijkheid is een belangrijk deel van de structurele oplossing voor de instabiliteit in de wereld.

Ik besef heel goed dat de ‘vluchtelingen van 2015’ nauwelijks voldoende grond zijn om zo’n verregaande ‘systemchange’  door te voeren. Dit verhaal heeft dan ook niet alleen met vluchtelingen te maken. Het gaat om een complex van factoren, technologie, arbeidsverdeling, globalisering, ongelijkheid en de stabiliteit van staten. De vluchtelingenproblematiek is slechts een handvat om de brede, algemene beleidslijn in beeld te brengen. Bij ongewijzigd beleid zullen de brandhaarden rondom Europa niet minder worden, maar toenemen, wat een permanente vluchtelingenstroom zal veroorzaken. Bij ongewijzigd beleid zullen over een decennium de eerste klimaatvluchtelingen volgen: mensen die van huis en haard worden verdreven door natuurrampen. Bij ongewijzigd beleid zal de werkeloosheid wereldwijd toenemen. Willen we nog een leefbare toekomst hebben dat is snel (radicale) actie van de overheid gewenst. De reactie van Europa op de vluchtelingen is bij uitstek geschikt om deze set van beleidsveranderingen te initieren die ook de algemene toestand van de wereld kan verbeteren.  Gebeurt dat niet dan zal ook Europa uiteindelijk ten prooi vallen aan anarchie, geweld of een sterke dictator. Ben ik een doemdenker? Ik weet het niet. Het kan in elk geval geen kwaad alvast na te denken over een plan B als de problemen van vandaag zich niet ‘vanzelf’ oplossen. Dit ‘deltaplan’ biedt hoop ik voldoende discussiestof. Nog meer weten? Kijk op www.ppeu.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten